‘Wat neem ik mee en laat ik achter?’, dacht ik toen de oliebollenmix weer volop in de schappen stond. Niet zomaar, maar specifiek met het oog op mijn man en onze verbondenheid in dit afgelopen jaar. Waren er veel overtrokken reacties? Hoe onvolwassen was ons gedrag nog naar elkaar toe? Blijf ik nog stil in mezelf mokken, of zoek ik hem juist op door mijn irritatiegevoelens op tafel neer te leggen? En hoe doet hij tegen mij? Liefde is als een wit licht wat verrijkt, vooral als je dingen van twee kanten wilt blijven bekijken, had ik laatst opnieuw begrepen.
De relatiebalans opmaken vóórdat de oliebollen koud zijn, de spuitwijn sprankelt, en het vuurwerk de lucht in spettert levert net even meer realistische gedachten op dan op dat magische en romantische moment van de laatste klokslagen van het oude jaar. ‘Het is me gelukt om zo nu en dan, en meer dan vorig jaar, oprecht naar je te luisteren’, dacht ik toen. Jouw verhalen klinken me zo bekend en zijn zo voorspelbaar, dat ik de belangstelling soms niet op kan brengen om echt te blijven luisteren. “Je bent soms zo voorspelbaar”, hoorde ik je gisterenavond in bed zeggen. Hoe zit dat? Heb jij daar ook last van bij mij? Niet waar, tenminste tegenwoordig toch niet meer, want ik dacht dat ik daarin bewust investeerde de laatste tijd. “Je ruimt nooit je rommel op als je iets hebt gedaan”, dacht en denk ik nog vaak. “Ja, als ik met de racefiets weg ben geweest, dan maak ik daarna meteen mijn ketting schoon, ruim mijn kleding op en gooi de lege broodzakjes en snikkerpapiertjes direct in de prullenbak. Dan kan ik de volgende keer zo wegrijden, geen rommel, en kan alles terugvinden. Moet jij ook doen, is best handig!” Ik geloofde mijn oren niet. Hoe zit het eigenlijk met onze waarneming?
Hij vindt dat dit liefde is, en ik vind dat liefde, en beiden denken we dat ieder voor zich goed bezig is in onze liefde naar elkaar toe. Tijd voor bezinning en een goed gesprek, maar pas na het nieuwjaarsconcert!