“Het is alsof ik op eieren loop.” Hij kwam naar beneden en kon zich nog net vastgrijpen aan de trapleuning. “Alles rolt onder mijn voeten. Je nieuwe lamp is nu natuurlijk kapot.” Ze voelde zich boos worden. “Dat zie je toch. Lees verder
“Het is alsof ik op eieren loop.” Hij kwam naar beneden en kon zich nog net vastgrijpen aan de trapleuning. “Alles rolt onder mijn voeten. Je nieuwe lamp is nu natuurlijk kapot.” Ze voelde zich boos worden. “Dat zie je toch. Lees verder